Biologisch antropoloog Barbara King beschrijft in haar boek " de spirituele aap" verschillende anekdotes over spiritueel lijkend gedrag bij apen.
Zo observeerde ze eens een groep apen, die regelmatig als groep naar een bepaalde waterval gingen, om zich daar te wassen. Ze werden dan helemaal wild en spatten elkaar nat, gilden en deden alles wat je verwacht van apen.
Op zeker moment hadden ze er dan genoeg van, en gingen zitten opdrogen in de zon.
Tegen zonsondergang waren ze droog en zaten dan stil naar de rood kleurende horizon te kijken.
Ik kan me levendig voorstellen hoe dat eruit ziet, een groep mediterende apen. De haren van hun vacht zachtjes wapperend in de wind, hun ogen knipperend tegen de zon. Ze zitten dicht bij elkaar. Even geen zin om te dollen, te vlooien, te springen, te rennen. Gewoon Zijn. Stil.
Mijn oma noemde dat: schemeren. Als ik bij haar logeerde, wilde ik altijd de lamp aan doen zodra ik het te donker vond om te lezen. "Doe maar niet, even schemeren," zei ze dan. Als kind begreep ik dat niet zo erg, nu doe ik het zelf als ik tijd heb.
Zouden kleine aapjes ook nog rondrennen terwijl de groten mediteren?
In het dagelijks leven merk ik, dat ik niet vaak genoeg de tijd neem om te schemeren. Druk, druk, druk, je weet wel........... En toch, als ik die tijd wèl neem, lijkt het minder druk te worden. Minder druk in mijn hoofd, maar ook minder druk in mijn bezigheden. De uiterlijke wereld is tenslotte een afspiegeling van hoe je je voelt.
Zo observeerde ze eens een groep apen, die regelmatig als groep naar een bepaalde waterval gingen, om zich daar te wassen. Ze werden dan helemaal wild en spatten elkaar nat, gilden en deden alles wat je verwacht van apen.
Op zeker moment hadden ze er dan genoeg van, en gingen zitten opdrogen in de zon.
Tegen zonsondergang waren ze droog en zaten dan stil naar de rood kleurende horizon te kijken.
Ik kan me levendig voorstellen hoe dat eruit ziet, een groep mediterende apen. De haren van hun vacht zachtjes wapperend in de wind, hun ogen knipperend tegen de zon. Ze zitten dicht bij elkaar. Even geen zin om te dollen, te vlooien, te springen, te rennen. Gewoon Zijn. Stil.
Mijn oma noemde dat: schemeren. Als ik bij haar logeerde, wilde ik altijd de lamp aan doen zodra ik het te donker vond om te lezen. "Doe maar niet, even schemeren," zei ze dan. Als kind begreep ik dat niet zo erg, nu doe ik het zelf als ik tijd heb.
Zouden kleine aapjes ook nog rondrennen terwijl de groten mediteren?
In het dagelijks leven merk ik, dat ik niet vaak genoeg de tijd neem om te schemeren. Druk, druk, druk, je weet wel........... En toch, als ik die tijd wèl neem, lijkt het minder druk te worden. Minder druk in mijn hoofd, maar ook minder druk in mijn bezigheden. De uiterlijke wereld is tenslotte een afspiegeling van hoe je je voelt.