woensdag 26 augustus 2009

Ademen


Allemaal weer terug van vakantie?
Ik heb een heerlijke zomer gehad. Ik herinner me bijna alleen zonnige dagen, en voor mijn gevoel duurde de vakantie máánden.
Halverwege de vakantie deed ik een meditatieweek in Duitsland met de spirituele school waar ik al jaren bij zit. Er worden altijd veel mantra’s gezongen, vaak in het Sanskriet, soms ook in andere talen; Arabisch, Latijn, of zelfs Maori.
Tijdens één van de eerste sessies zongen we een Hebreeuwse mantra, eindigend op het woord Chim, wat zoiets betekent als Geest, of leven, of adem, of levensadem. In de stilte na het zingen kun je dan blijven concentreren op de mantra, of de stilte in gaan.
Nou had ik net de eerste nacht in mijn tentje doorgebracht en dat was geen feest geweest, dus ik had zowel moeite met wakker blijven als met concentreren. In plaats van bij de mantra, ging ik daarom maar met mijn aandacht naar mijn ademhaling, zoals we tijdens de yogalessen ook vaak doen.
Nu doe ik die ademmeditatie al jaren in de groepen, omdat het voelt als een fijne basis -meditatie, die je ook overal kunt doen. Maar ik heb altijd geweten, dat ik hem nog nooit echt had begrepen.
Maar daar in Duitsland, begreep ik het ineens! En dan niet een intellectueel begrijpen maar echt voelen en weten wat je nou eigenlijk zit te doen als je ademt.
Onze adem verbindt ons niet alleen met de vierkante meters om ons heen, waar we de lucht in en uit ons lichaam duwen. Het verbindt ons met de hele wereld. Met de grassprietjes en de vogels, met de palmen en de walvissen. En vooral met elkaar, en de hele atmosfeer. Toen begreep ik dat woord Chim: de Geest, de Spirit. Ademen als een heilige handeling, die je leven lang voortduurt. En dat het een absoluut voorrecht is, te mogen leven en ademen op deze planeet Aarde.

Ik moest ook denken aan een boek, dat ik thuis in de kast heb staan. Het heet: de mannen van de maan, en het bestaat uit interviews met de astronauten die daadwerkelijk voet op de maan gezet hebben. Ik las het jaren geleden, en wat me toen trof: Eén voor één vertelden ze dat het niet de maan zelf was, die de meeste indruk op ze had gemaakt. Het rondlopen op die maan was mooi, leuk, het doel waarvoor ze waren gekomen. Maar het meest onder de indruk waren ze van de blik op de Aarde vanuit de raket, vanuit de ruimte. De Aarde van die afstand was toen nog nooit echt gezien. Die prachtige blauw-groen-witte draaiende bol met water, lucht, en leven. Ons thuis.
Enkele astronauten vertelden ook, dat dit gevolgen had gehad voor hoe ze de aarde en het leven vanaf toen zagen. Eentje was zich gaan bezighouden met milieu en natuur, wat indertijd zeer vooruitstrevend was. Een ander had zich bekeerd en was helemaal in de Heer. Weer een ander was lezingen gaan geven om mensen meer bewust te maken van onze rol op de planeet. Die hele ervaring was, kortom, een soort van spirituele initiatie voor ze geweest; een nieuwe stap in hun ontwikkeling.

Je hoeft niet naar de maan om tot innerlijke transformatie te komen:
Zit stil, rechtop, ontspannen.
Voel de beweging van je adem in je buik: inademend zet je buik uit, en uitademend voel je hem weer naar binnen gaan. Volg de lucht zoals die in – en uit stroomt. Laat alle andere gedachten zolang los, breng telkens je aandacht terug naar je adem. Houd op de achtergrond het idee dat je adem je verbindt met de hele atmosfeer en alles wat erin is.

Met zonnige groeten,

Ineke.

Geen opmerkingen: