zaterdag 1 augustus 2009

Hey Krishna


Tijdens de yogalessen houd ik ervan om een meditatieoefening in te leiden met een verhaaltje.
Een van mijn favoriete verhalen is het volgende.
Een vriend van me, laten we hem Ed noemen, was naar India gegaan om de ashram van zijn goeroe te bezoeken. Hij deed klusjes in de ashram, hing aan de lippen van zijn leraar, en ontving al snel initiatie.
Helaas werd hij ziek, erg ziek. En tegelijk met hem was een baby in de ashram ziek, het kind van een Nederlands stel. Ed en de baby hadden flinke diarree. De vader van de baby wist raad, die had homeopathie bestudeerd. Baby en Ed kregen zijn middeltjes.
Maar het ging niet over. De baby stierf. Dat schudde Ed wakker: hij besloot zich in het plaatselijke ziekenhuis op te laten nemen.
Ziekenhuizen in India zijn wat anders opgezet dan hier; Ed moest zijn eigen medicijnen halen bij de apotheek in de stad, want er was geen familielid dat iets voor hem kon doen. Meermalen liet hij zijn verzwakte lijf in een riksja hijsen voor weer een fles antibiotica. Terug in het ziekenhuis kreeg hij dat via een infuus toegediend.
Maar nog ging het niet over. Ed woog inmiddels minder dan 50 kilo, en begon in en uit bewustzijn te zweven. Vriend en vijand werd één, hij zag terug op zijn leven en hij begon afscheid te nemen.
Intussen was zijn ziekte zo pijnlijk en naar geworden, dat hij zijn geliefde Krishna smeekte om hem óf beter te maken, óf te laten sterven; hij wilde en kon zo niet verder meer.


De afscheidsbrief aan zijn ouders was al op de bus, toen hij op de gang een stukje papier zag liggen met de afbeelding van Krishna er op. Misschien een lege verpakking van wierook. “Heilig afval” noemen ze dat daar, een afbeelding van Krishna gooi je niet zomaar tussen de andere vuilnis, daar zijn rituelen voor. Ed pakte het op en keek op de achterkant. Er stond een tekst, een mantra:

Hey Krishna
Pahimamnatha
Kripayatmagatam kuru

Hij nam het mee naar zijn bed en pakte zijn gitaar. Hij begon er een melodie op te maken. Geen flauw idee wat het betekende, maar de mantra bleef zo goed repeteren in zijn hoofd.
Met de mantra nog in zijn bewustzijn viel hij in slaap.
De volgende ochtend werd hij wakker en wist met absolute helderheid wat hij moest doen om beter te worden. Een yoghurtklysma. De bacteriën in de yoghurt zouden zijn darmwand beter maken en dan zou hij weer vocht kunnen opnemen.
Hij riep de verpleegster en vroeg om een yoghurtklysma. “Is goed,” zei de verpleegster en vertrok. Uren later was er nog niets gebeurd. Ed bleef om een yoghurtklysma vragen, net zo lang tot ze het voor hem regelden.
Twee dagen later liep hij rond het ziekenhuis, hij was weer beter. Alleen moest hij nog wat aansterken. Een oud mannetje bij hem op de zaal wist daar wel wat op: in de ziekenhuistuin groeide een soort paardenbloem, daar moest hij het groene blad van eten, dat zat vol met de mineralen die hij nodig had.
Drie dagen later zat hij in het vliegtuig terug naar Nederland.
Wat betekent nou die mantra?

Oh Krishna,
Bescherm mij,
Geef me je genade.


De schoonheid van het verhaal zit hem voor mij in het enorme effect van de devotie die Ed in het zingen van die mantra legde. Zijn hele ziel en zaligheid, zijn hart en hoofd en creativiteit, alles stopte hij er in. Als we op die manier een mantra kunnen uiten, dan geeft dat, wat we aanroepen, een onmiddellijke respons. Of misschien is het nog simpeler: de devotie die we voelen, is zelf de respons. Er is weinig mooiers dan te voelen hoe de energie uit je hart stroomt en zich verbindt met alles en iedereen. Dat is yoga: verbondenheid, eenheid. En het begint met de energie in je hart: liefde, devotie, vergeving, toewijding. Liefde is een eerste voorwaarde om iets te betekenen op het spirituele pad.
“Zonder liefde ware ik schallend koper, of een rinkelende cimbaal,” zo staat het in het Nieuwe testament.
Als je zelf aan het einde van je leven staat en terugkijkt, dan kun je hopelijk terugkijken op een betekenisvol leven. En betekenis hebben alleen die episodes, die in het teken staan van liefde.

Geen opmerkingen: